150 jarige herdenking van de stadsbrand in Enschede 1862 – 2012
Deze website is een initiatief van Enschede in AnsichtenDe brand
Op 7 mei 1862, een dag met mooi voorjaarsweer, hingen nog veel van de versieringen van het koninklijke bezoek van een week geleden in de straten. Het gewone leven ging echter weer zijn gang.
’s Middags om één uur klonk geroep van BRAND door de stad, brand in de Alstätsestraat (later Kalanderstraat genoemd). De brand ontstond bijna aan het einde van de Alstätsestraat aan de westelijke zijde in het huis van Gerhard Wilmink waar sinds enkele weken aan de achterkant textielarbeider Lodewijk van Voorst en zijn vrouw bij inwoonde. In het gedeelte van Lodewijk begon de brand.
De brandweer rukte uit en de schutterij kwam in de wapenen. Overal klonk bet BRAND BRAND en alles spoedde zich naar de Alstätsestraat waar grote rookwolken opstegen. De wind werd plotseling veel sterker en zuidoostelijk, richting stad.
Hieronder links: Enschede na de brand van 1862
Hieronder rechts: de toren van de N.H. Kerk staat in brand tijdens de stadsbrand in 1862, een schilderij van L.J. Bruna (1822-1906)
Voordat de brandweer ter plaatse was riep men al "de fabriek van Van Heek brandt" (in de volksmond genaamd "Maselands Steumke" aan de Zuiderhagen op de plek van het later gebouwde zwembad/badhuis). Enkele minuten later sloeg de brand over de gracht en brandde de rectorwoning en de school (1e openbare school), een hoog en groot gebouw. De steeds draaiende wind blies het verwoestende vuur alle kanten op en men had geen idee waar de brand naar toe zou gaan maar de brand verwoestte met veel geraas de complete stad. De extreme snelheid waarmee de brand zich door de stad verplaatste werd mede veroorzaakt door de aanhoudende droogte van de weken daarvoor en door de talrijke feestversieringen en erehagen die voor het koninklijk bezoek in de hele stad waren aangebracht. Ook waren veel huizen in die tijd nog geheel van hout, pas na 1862 kreeg de stenen bebouwing in Enschede de overhand. Om half drie, anderhalf uur na het begin van de brand, bleef de klok van de Hervormde Kerk stil staan, hieruit kan men opmaken hoe snel het vuur om zich heen greep.
De bevolking probeerde hun schamele bezittingen in veiligheid te brengen. Alles wat maar rijden kon werd in allerijl volgepakt met meubels,huisraad en dierbare bezittingen om het buiten de stad veilig te stellen. Veel volgepakte wagens moesten echter voor het vuur achtergelaten worden omdat het de brand te snel om zich heen greep. De meeste bruggen over de gracht waren ook al ten prooi gevallen aan het vuur en het was daarom een drukte van belang bij de paar bruggetjes die nog niet door de brand waren verwoest. Tot in de verre omtrek was de brand zichtbaar. Tegen drie uur was het vanuit de omliggende steden helemaal een marcabere aanblik omdat er toen ook nog een grote duistere onweerswolk boven de stad hing. In diverse omliggende plaatsen dwarrelden er verbrande resten en papier naar beneden dat helemaal vanuit Enschede door de warnte was meegevoerd.
’s Avonds om 7 uur was Enschede veranderd in een rokende puinhoop. De woningen van 660 gezinnen (633 huizen), 25 stallen, 44 pakhuizen, alle kerken, scholen, publieke gebouwen en 8 fabrieken waren in as veranderd. De heilige relikwieën werden wel uit de kerk gered maar het complete stadsarchief dat naar de toren van de grote kerk was gebracht is totaal verbrand.
De brand is tot de huidige kruising Oldenzaalsestraat-Molenstraat gekomen, op de Gronausestraat tot het Elderinkshuis en verder tot de fabriek van Stroink aan de Hengelosestraat, net in de toenmalige gemeente Lonneker. Een week later waren de straatstenen nog steeds warm. De geschatte schade bepaald door de verzekeringsmaatschappijen komt op 6.933.000 gulden.
Men is het er niet helemaal over eens maar er zouden twee vrouwen zijn overleden door de brand: een 75 jarige weduwe is verbrand en een andere bejaarde vrouw is door bode Hemken uit haar woning gedragen maar is later aan haar brandwonden bezweken.
Brandspuit No. 2
De stad Enschede had ten tijde van de stadsbrand in 1862 in totaal drie brandspuiten, waarvan de derde pas onlangs was aangeschaft. Er werd gebruik gemaakt van zogenaamde aanjagers, op zich ook een brandspuit maar in dit geval gebruikt om water uit de gracht te pompen om zo de hoofdspuit van water te voorzien dat al op druk was gebracht. Door de gekoppelde aanjager en hoofdspuit kon zo meer water verwerkt worden met een hogere druk en kon er effectiever geblust worden. Wel was het een heel karwei om de spuiten op druk te houden want alles moest handmatig gebeuren door noeste spierkracht. Daardoor waren er ook heel wat manschappen nodig om vooral het pompen op gang te houden. De pompers wisselden elkaar dan ook regelmatig af tijdens de bluswerkzaamheden. Ook moesten de karren mer de pompen en slangen met de hand worden verplaats.
W.J. Blijdenstein die voorheen brandmeester van de aanjager van brandspuit No. 2 was had nog maar kort voor de brand zijn de functie van zijn oom textielbaron Albert Jan Blijdenstein (1829-1896) overgenomen als brandmeester van de brandspuit No. 2. Zijn aantekeningenboekje dat gebruikt is tijdens de brand is bewaard gebleven en geeft ons een goede inzage van de personele bezetting van brandspuit No. 2. Hieronder links de lijst met de bemanning behorende bij hoofdspuit No. 2 en rechts de bemanning van de bijbehorende aanjager.
Bij het begin van de brand is de spuit No. 2 ingezet in de Kalanderstaat, daarna verplaatst naar "Achter het Hofje" om tenslotte dienst te doen bij het nat houden van het huis van voormalig brandmeester Albert Jan Blijdenstein vanuit diens tuin aan de overkant van de stadsgracht. Tenslotte is de hoofdspuit met aanjager door het huis van Lambertus Nieuwenhuis op straat gesleept maar moest daar toen door gebrek aan manschappen achtergelaten worden.
Personeel Hoofdspuit No. 2 |
Brandmeester | W.J. Blijdenstein |
Brandmeester-plaatsvervanger | A. Harperink |
Aflezer | M. Elderink |
Aflezer-plaatsvervanger | M. Fikkert |
Pijpleiders |
A. Nijhuis
J. Kist
I.F. Morsman
H. Flucht |
Slangleiders |
Gerard Meijer
G.L. Hofstede
G. Tonies
I.F. Tonies |
Slangdragers |
J. Schouwink
G. Efting
H. ten Cate
Gradus Efting |
Zakdragers |
A. Rijkhof
H. Hummelink |
Lantaarndragers |
H.E. Sachse v. Essen
J. Onink
Joh. Elderink
H. ter Kuile Gzn. |
Pompers |
B. Peteri
M. Brusse
L. Winkels
H. Agterhorst
B.J. Averink
W. Stenvers
H.I. Rabbers
G. Lansink
J. Geerdink
G. Agterbos
O. Keijser
J. de Munnick
H. ten braak
I. ten Have
J. Schouwink
G. Breukers
J. Timmers
N.I. Menco
H. Beumer
H. Lammerink
J. Hofstede
H. Hulshof
G. ter Horst
J.F. Sachse
E. Ter Horst
H. ten Thij
A. ten Thij
A. Heutink
A. Kuipers
H. Plumers
E. Naafs
G. Voogsgeerd
M. Noorman
H. Greve
J. Bos
J. ten Brink
H. ten Berge
H. Roskamp
A.J. Elderink
J. Veen
G. Kokkeler
|
|
Personeel Aanjager Spuit No. 2 |
Brandmeester adsitent | Hendrik Elderink Dzn. |
Ads. brandmeester-plaatsvervanger | Gerrit Jan van Heek |
Aflezer | Jan Willem ter Kuile |
Aflezer-plaatsvervanger | Benjamin Willem Blijdenstein J.B.zn. |
Slangleiders |
H. Bartels
J. Kamphuis
G. Platvoet
H. Lutje Hulsik
H. Beunink
J.A. Gröbe |
Lantaarndragers |
P.R. Reumer
J. Harperink
H. Kaijser
B. ten Cate Bzn. |
Pompers |
E. Dalenoord
J. Broen Ezn.
J. van Eest
F. Nietsch
J. Voortman
G.J. Walhof
M. Kloppenburg
H. Smits
A. ter Mors
G. Gunnink
F. Gollenbeek
H. Tigcheler
L.A. Kramer
B. Huskes
J. Zwijnenpoel
G.Reekers
J. Tigcheler
J. Gerritsen
H. Honingvoort
G. Stenvers
H.G. Blijdenstein J.B.zn.
G. Nordholt
W. Vierdag
F. Boekholt
I. Roozendaal
J. Polman
N. serphos
J. Hartman
H. Hemken H.zn.
M. Hofstede
J.H. Schildkamp
C. Wijtkamp
G.J. Keler
H. Haverkate
J.D. Sachse
A. Elhorst
F. Tibbe
B. Serphos
J. Michorius
|
|
Bron: De brand van Enschede, van 7 mei 1862, na 50 jaren herdacht (1912). Enschede: Firma M.J. van der Loeff